Het is donker en nat. Ik wandel door het park en ik zie nog net een schim van mijn voorganger. Naar schatting een wat oudere vrouw met een Labradoodle. Om de viervoeter te beschermen voor de hufterige fietsers die door het park sjezen, draagt hij een halsband die licht geeft. Ze slaan af en ik loop het donkerste stuk van het park in. Op dat moment hoor ik voetstappen snel naderen. Een unheimisch gevoel bekruipt mij. Voordat ik kan rennen springt er een man met een lange baard en een roze bril voor mijn neus. Hij vraagt direct: “Mag ik een nummertje voor je zingen”? Nog voordat ik antwoord kan geven pakt hij zijn microfoon en begint luidkeels ’Jamming’ van Bob Marley te zingen. Binnen luttele secondes verzamelen zich mensen om mij heen, bomen worden verlicht en er staat opeens een bar. Angst maakt plaats voor blijdschap. Ik geniet met volle teugen totdat er een gigantische discobal uit de boom valt en precies op het hoofd van de zanger landt. Hij is op slag dood. Sterker nog, morsdood. Paniek, geschreeuw en wegrennende neushoorns flitsen voorbij.
Ik schrik wakker. Niet van de wekker, want die gebruik ik niet. Gedesoriënteerd kijk ik om me heen en probeer te plaatsen waar ik ben. Door het uitzicht op de Erasmusgracht komt het allemaal weer naar boven: je woont in Bos en Lommer, je bent single en door Corona zijn je nachtelijke gebeurtenissen kleurrijker dan overdag. Tijd voor mijn dagelijkse ochtendwandeling.
Geweldig! Ja als je in het echte leven geen avonturen kan beleven, dan maar in je dromen. Je moet je energie en feeststemming toch ergens kwijt kunnen. Dat heeft mr. Corona ook op zijn of haar geweten. De sjeu is er wel een beetje af in het dagelijkse leven. Grappig, surrealistisch stuk Mike 😃👍👍👍
Goed verhaal Michael en goed geschreven! 😄🌛