Een openbare bibliotheek naast de zonnestudio Sunday’s, een student in gesprek met een oude vrouw in rolstoel, een moderne blauwwitte tram door de authentieke ‘Jan Eef’ en bar Zürich op een Amsterdams plein. Contrasten die de pure schoonheid van Amsterdam-West tonen. Kan dit stadsdeel wel divers en betaalbaar blijven voor de starters?
Ik zit op een plein naast een tent genaamd ‘kaffee en kiip’ (ja, met dubbel i). Duiven verzamelen zich om mij heen terwijl ik geniet van de zonnestralen op mijn gezicht. Met geknepen ogen zie ik een mannelijk silhouet op mij af komen lopen. Hij draagt een bril, Van Bommel schoenen en een donkere lange getailleerde jas en ploft naast mij neer op het bankje. Gemakshalve noem ik hem Joost.

Ik schat in dat Joost moet bijkomen van zijn werkweek. Voordat hij gaat koken zoekt hij rust om de Volkskrant door te nemen, zoals elke vrijdagmiddag. Zijn vingers maakt hij nat om de eerste pagina om te slaan. Op dat moment komen er drie kinderen met gespreide armen op hem af rennen: “Papa, papa!”. Hij zucht even en kijkt naar de grond, maar herpakt zich. Met een lach verandert hij in een zakelijke knuffelbeer. Zijn ex-vrouw kijkt hij niet aan. Zijn lichaamshouding verklapt pijn en ongemak. Ze brabbelt iets van: “Heb een fijn weekend met de kinderen’’ en ze fietst na een zoen van de kinderen direct weer weg. Liefde en haat liggen dicht bij elkaar
Joost zegt tegen zijn kinderen: “We gaan wat leuks doen en jullie mogen kiezen wat!” Ze lijken oprecht blij, totdat de oudste vraagt: “Moet ik vanavond weer naast m’n broertjes slapen?” Joost vraagt: “Of wil je liever op de bank?” Ze schudt hard haar hoofd, slaat haar armen om elkaar heen en schreeuwt: “Je moet gewoon een groter huis kopen, papa!’’
Het woongebrek in Amsterdam is vaak een gespreksonderwerp in de vriendenkring van Joost. De laatste tijd twijfelt hij over een villa in Almere, tenslotte kost dat hetzelfde als een aftands flatje met erfpacht in Amsterdam. Hij wilt het fietsen naar zijn werk niet opgeven, alsmede de koffietent om de hoek die zijn favoriete ‘decaf late machiatto met havermelk’ schenkt. Een dilemma waar hij als dertiger nog niet uitkomt.
Wellicht is de diversiteit van mensen in deze wijk doorslaggevend. Dat was überhaupt de reden dat hij in de stad terecht is gekomen. Wel merkt hij dat ‘zelfs’ in dit deel van de stad de zogenaamde ‘yuppen’ steeds meer de overhand krijgen. Joost behoort ook tot deze groep, maar daar wilt hij niet mee geassocieerd worden. Hier voelt hij zich vrij, mede door de vele verschillende culturen, normen, waarden en meningen per vierkante meter. Wat dat betreft is de gelijkenis met de woningmarkt snel gemaakt. De sociale huurwoningen tegenover onbetaalbare lofts is als vak 410 vergelijken met de skybox in de Johan Cruijff Arena. We kijken allemaal naar dezelfde wedstrijd, maar zitten er totaal anders bij.
‘’Wil je in je geboortestad blijven, waar je ieder kent, waar je je goed voelt? Dat kost u dan vier ton meneer Joost. En wees snel anders wordt het vier en een half ton. Maar meneer de makelaar.. Nee, geen gemaar! Twijfelen doe je maar bij de bakker’’.
Joost staat op het punt om met zijn kinderen naar de kinderboerderij te gaan. Net voordat hij op zijn bakfiets stapt voelt hij zijn telefoon trillen. Het is de makelaar van de woning aan de Erasmusgracht. De boodschap is duidelijk: ‘’Wil je in je geboortestad blijven, waar je ieder kent, waar je je goed voelt? Dat kost u dan vier ton meneer Joost. En wees snel anders wordt het vier en een half ton. Maar meneer de makelaar.. Nee, geen gemaar! Twijfelen doe je maar bij de bakker’’. Wederom een teleurstelling want zijn portemonnee kan de vraag niet aan.
De krappe woningmarkt heeft niets te maken met gezinsuitbreiding, maar met ellende. Stellen die uit elkaar gaan, oorlogsvluchtelingen, overbevolking en kapitalisme. In plaats van nieuwe woningen te bouwen kunnen we ervoor kiezen om loyaler en liever voor de medemens te zijn. Ik weet het, dat is geen oplossing. Dat zou té makkelijk zijn. Maar er moet toch een alternatief zijn om starters en Amsterdammers wel in de stad te houden.
Om mensen zoals Joost een kans te geven lijkt het mij verstandig om wat spelregels te introduceren. Spelregels die in het voordeel zijn van jonge toekomstige bewoners van de stad. Eerst moeten we kort te metten maken met huisjesmelkers. Ieder die investeert in vastgoed om zo rendement te halen uit zijn spaargeld moet volle bak belasting betalen. Het blijft een vorm van inkomen. Als deze uit de weg geruimd zijn gaan we naar een voordeel voor de starters. Deze hoeven geen overdrachtsbelasting te betalen over hun eerste koopwoning. Om dit krachtig onder de aandacht te brengen zal het Ministerie van Volkshuisvestiging terug moeten keren. Heel leuk die vergrijzing met twee ministers voor de zorg, maar er moet meer aandacht zijn voor wat de gevolgen zijn voor de jongeren.
Het zijn maar gedachtenspinsels. Voor Joost komt dit te laat. Zolang er niet iets verandert ziet het er naar uit dat hij de stad Amsterdam inclusief zijn favoriete koffietent moet gaan verlaten. Vooralsnog zit zijn oudste dochter opgescheept met de slaapwinden van haar broertje want die extra kamer zit er voorlopig niet in.
Kijkend naar Joost vanaf het bankje, hoop ik dat zijn ex-vrouw terugkomt en Joost op de mond zoent. Dat ze zegt dat ze van hem houdt en het fijn vindt om samen, als gezin, het leven voort te zetten in hun huis. Dat hun kinderen allemaal een eigen kamer krijgen en het in de toekomst een stuk toegankelijker wordt om een huis te krijgen in de mooie stad Amsterdam. In de tussentijd rest Joost maar één ding, goede hoop blijven houden op de ‘’ware’’ zowel op de woningmarkt als in de liefde.

Mooi verhaal Mike! Echt een actueel hedendaags dilemma! Kiezen voor de stad of genoodzaakt naar het platte (winderigere) almere land bijvoorbeeld. Of eigenlijk is er eigenlijk geen keuze voor veel starter, 1-mans/vrouw gezinnen. Triest genoeg en vraagt om oplossingen